De beheerder van de restgronden in Flevoland (ERF bv) werkt biologisch en met oog voor biodiversiteit. Theo Heijboer van ERF gebruikt mengsels die passen in de rotatie. Daarbij kijkt hij primair naar de behoefte aan stikstof. Een mengsel heeft als doel om de stikstof vast te houden of die te produceren.

Groenbemester stikstof

„Voor een stikstofvastleggende groenbemester kiezen we na erwten of bonen, na een vroege koolteelt of aardappelen, die veel stikstof achterlaten”, zegt Heijboer. „Je wilt dat niet laten uitspoelen, dus maken we gebruik van de eigenschap van een groenbemestermengsel om die stikstof vast te houden.”

De stikstofproducerende groenbemesters die ERF gebruikt zijn zeer geschikt na een teelt die een arme stoppel achterlaten. Bij graan kiest Heijboer die mengsels met vlinderbloemigen of na uien, een gewas dat weinig voeding voor een volgend gewas nalaat.

Zadenmengsel op maat

Over de keuze van groenbemesters praat Heijboer met Sander Bernaerts. Zaadleverancier Neutkens leverde de zaden. Heijboer: „Ik laat alles op maat samenstellen. In het mengsel zonder vlinderbloemigen kozen we voor haver, facelia, niger, olievlas en zonnebloem. In het mengsel dat stikstof produceert zit zomerwikke, Alexandrijnse klaver, haver, olievlas, niger en zonnebloem.”

De bodembiologie is bij de soortenkeuze het belangrijkste. Daarnaast hebben de facelia en zonnebloem een meerwaarde als herfst- en wintervoedsel voor de bijen. „We willen de natuurlijke bestuivers in stand houden. Onze veldbonen hebben baat bij de hommels voor de bestuiving. Ga er maar eens in de zomer tussen staan, dan hoor je het overal zoemen van de insecten.”

BioBeurs Ekoland Innovatieprijs 2020 eerste

Op de BioBeurs 2020 kreeg ERF de Ekoland Innovatieprijs voor hun strokenteelt en het boeren met de natuur. Theo Heijboer hudt de cheque vast. Foto: Jorg Tönjes

ERF won dit jaar de Ekoland Innovatieprijs voor biologische ondernemers. Met strokenteelt brengt het bedrijf meer biodiversiteit in de landbouw, ten gunste van een weerbare teelt. Heijboer merkt de impact van de samenwerking met de natuur bij de teelt en de mensen van ERF zien de prijs als een beloning voor hun inspanning op het gebied van biodiverse landbouw.

Soorten die niet in de mengsel passen

Dat ERF zelf de samenstelling van de groenbemesters wil bepalen heeft te maken met de gewassen in hun rotatie. Heijboer: „We willen geen erwten in de groenbemestermengsels, omdat we dat gewas al intensief telen. Daarnaast hebben we liever geen kruisbloemigen erin. Het is bekend dat die niet de mycorrhizaschimmels in stand houden. Wij merken dat ook na een koolteelt. Voor een uienteelt hebben we graag mycorrhiza’s in de bodem, want dat gewas heeft daar veel baat bij.”

Winter over

ERF wil in de toekomst meer doen met groenbemesters die de winter over blijven staan. „We kunnen die in het najaar zaaien. Bij een volggewas dat we vroeg in het voorjaar willen zaaien wil je dan geen deken van groenbemester hebben, want we werken met gereduceerde grondbewerking. Als we juist een late volgteelt hebben, zoals bij een late koolsoort, willen we dat de groenbemesters juist wel winterhard zijn, zodat ze veel stikstof vasthouden voor de koolteelt. We werken de groenbemesters dan ongeveer vier weken voor het planten van de kool in, zodat de voeding eruit vrijkomt als de kool groeit. In dat groenbemestermengsels kunnen we winterwikke, winterhaver en incarnaatklaver toepassen.”

Voor het inwerken en klaarleggen van de grond na de groenbemester heeft Heijboer goede ervaring met een combinatie van werktuigen. Een Paragrubber trekt de grond wat dieper los en de rotorkopeg maakt een fijn bed voor het zaaien. „We hebben met deze combinatie ook goede ervaringen bij het zaaien van de groenbemesters. Sinds dit jaar werken we met een messenwals. Die laat de groenbemester wat grover achter dan wanneer je hem tot moes slaat met een klepelmaaier. Het lijkt erop dat het bodemleven dan veel meer kan met dat materiaal dat wat meer structuur heeft.”

Zelfs voor het maken van de ruggen voor aardappelen is een iets ruigere verwerking van de gewasresten geen punt, is de ervaring bij ERF. „Oogstresten of resten van groenbemesters zijn geen probleem, als je de mechanisatie maar goed kiest. We zaaien de bieten gewoon in een afgestorven groenbemester”, zegt Heijboer.