Goede melkproductie is voor de melkveehouders Marjan en Erik van der Velde een argument voor kruidenrijke graslandmengsels. Ze hebben daarnaast een goed gevoel bij de gezondheid van bodem en vee. Monsters van het maaisel ondersteunen dat.

Soortenrijk grasland

Soortenrijk grasland

Naast de productie volgen de veehouders ook de kwaliteit van het voer. Bij bemonstering van het maaisel bleek dat er meer mineralen in zitten. De analyse beperkte zich tot een deel van de mineralen. Erik zou, achteraf bekeken, wel een uitgebreidere analyse hebben willen doen. Sommige mineralen, zoals koper en selenium kwamen twee keer zoveel voor in het maaisel. „Soms was het drie keer zo rijk aan mineralen en dat terwijl wij begonnen vanaf land dat vroeger voor akkerbouw gebruikt is. Daar is van bekend dat het veel minder rijk is dan oud grasland. Dankzij de soortenrijkdom komt er weer leven in die grond.”

Toegenomen durf

De ondernemers zien de ontwikkeling van hun bedrijf als een ontdekkingsreis. Soms ontdekken ze bij toeval iets en dan weer verdiepen ze zich actief in nieuwe zaken. Voor Erik is duidelijk dat er veel te leren is van mensen die de extremen durven op te zoeken. Bij de eerste bijeenkomsten van Pure Graze was het verschil tussen die wijze van boeren en wat Van der Velde gewend was nog groot, maar toen hij verder ging met deze methode merkte hij dat het werkte en zag hij dat het goed te combineren was met een prima renderend bedrijf. Te veel van de koeien vragen is niet goed, maar de Niehovense melkveehouders zien zichzelf als redelijk intensief boerende biologen.

Kringloop

Voor de gezondheid van het vee en de bodem beperken de melkveehouders antibiotica en ontwormingsmiddelen tot het minimum. Erik: „Die middelen komen via de mest weer op het land en blokkeren het systeem dat we nastreven.” Het valt Marjan op dat insecten wegblijven van de mestflatten van behandelde dieren. Het is dus gewoon zichtbaar wat antibiotica doet met biodiversiteit, want deze mest komt trager in de bodem en lokt minder insectenetende vogels.

Erik verwacht dat de biologische sector nog flinke stappen kan maken naar hogere biodiversiteit. „Dat maakt het systeem robuuster. Ik heb zelf kennis hierover opgedaan via buitenlandse boeren met ervaring in regeneratieve landbouw. Zo ben ik begonnen met het doorzaaien van grasland met een speciale frees. Daarmee kan ik in stroken zaaien. Er komt een imker hier die zijn bijenvolken laat vliegen op de boekweit en het koolzaad.”

In het kruidenrijke grasland ‘zoemt het’ volgens Erik weer. Hebben de koeien ergens geweid, dan werkt dat positief op de insecten, opvallend beter dan wanneer de mest gewoon uitgereden wordt. Marjan: „De mestflatten trekken beestjes aan en insecten leggen er hun eitjes.”

Bloeiende distels trekken veel vlinders aan, maar Erik en Marjan zaaien hun weilanden voor de koeien en distels kunnen dus niet blijven. In Duitsland kochten ze een speciale maaier, die ze wat hoger afstelden. Door de dubbele messen van de maaier hoger te zetten korten ze de distels af en krijgt het gras de kans om ertussen op te komen. „We willen weiden en niet maaien”, zegt Erik. „Je moet met deze machine wat langzamer rijden voor goed resultaat. Het kost dus wat tijd. Onze stagiair heeft het werk laatst weer gedaan. Mooi is dat je zo ook de bloei uit de kropaar haalt.”