Het voorjaar staat voor de deur. Tijd om het grasland weer wakker te maken en de bodem aan het werk te zetten. Hierna enkele praktische tips:

Aandeel gras en klaver

Hoe is de verhouding gras en klaver?  Het klaveraandeel moet liefst 50% of iets meer zijn (van de droge stof). Dit is moeilijk inschatten maar bij twijfel staat er snel te weinig klaver. Met doorzaaien kan het klaveraandeel iets opgekrikt worden. Voor een langdurig profijt van klaver kan daarom beter bij twijfel wat klaver worden doorgezaaid. Beter jaren achter elkaar een klein beetje klaver doorzaaien dan wachten tot het klaveraandeel helemaal is teruggezakt. Het ene jaar lukt doorzaaien beter dan het andere jaar. Een goed moment voor doorzaaien is het vroege voorjaar. Dan is er sowieso vocht en de concurrentie met het gras is even wat minder. Soms staat er teveel klaver. In dat geval is het belangrijk gras door te zaaien. Kies altijd gras wat – gezien tijdstip van doorschieten – overeenkomt met wat oorspronkelijk gezaaid is.

Wiedeggen of slepen?

Beide zijn erg goed om de graszode te stimuleren en het oude/dode ondergras te verwijderen. Tevens worden ondiep-wortelende onkruiden en slechte grassen (straatgras en ruwbeemd) verwijderd. Een wiedeg werkt agressiever in de graszode, een weidesleep trekt beter mest en molshopen uit elkaar. Let op dat een wiedeg in gras-klaverperceel het aandeel klaver laat dalen. Zeker witte klaver zal zich wel weer herstellen.

Rollen geeft uitstoeling

Op zandgrond kan gras extra uitstoelen door het te rollen met een gladde rol. Voor zwaardere gronden geldt dit advies niet, daar wordt juist de bovenlaag van de grond teveel verdicht. Het moment van rollen wordt bepaald door de draagkracht van het perceel en de hoeveelheid vocht in de toplaag van het gras. Te nat geeft sporen en structuurschade, te droog geeft te weinig effect van de rol.

Voorweiden

Ook (melk)koeien kunnen de graszode prima uit de winterslaap halen. Door het zogenaamde “voorweiden” worden de weideresten uit de winter nog benut, krijgt gras een impuls om te gaan groeien, komen koeien weer in het ritme van weidegang en kunnen gemakkelijker groeitrappen gemaakt worden in het beweidbaar oppervlak.